KANKER : De diagnose

Mischien had u al een tijdje last van "vage" klachten en was u regelmatig moe, futloos en misselijk. Ook kan het zijn dat u afgevallen bent. De diagnose kanker verklaart al die klachten en zet tegelijk uw wereld op uw kop. U kampt met gevoelens van onzekerheid en angst voor de toekomst.
Overleven heeft prioriteit, werk komt op de tweede plaats. Vaak lukt werken ook niet meer.
Mogelijk wilt u zoveel mogelijk rust en ruimte om met de nieuwe situatie om te gaan, maar het kan ook zijn dat u uw dagelijks leven - voor zover uw ziekteproces dat toelaat - voor wilt zetten.

Het werk
De diagnose kanker heeft gevolgen voor uw werk. U zult uw werkgever en eventueel ook uw collega's moeten informeren en belangrijke keuzes moeten maken.
Het is van belang dat uw werkgever op de hoogte is van uw situatie en dat een inschatting gemaakt kan worden van de ziekte- en verzuimduur. Uw werkgever heeft deze informatie nodig om te beslissen of iemand anders uw werkzaamheden moet overnemen en zo ja, voor hoe lang.
Een gesprek met uw werkgever is dan ook belangrijk, ook al is dat misschien niet het eerste waar u behoefte aan heeft. Door echter met uw werkgever om de tafel te gaan zitten, schept uw duidelijkheid over de vooruitzichten en mogelijkheden om aan het werk te gaan.
In het gesprek vertelt u wat u kunt en wilt, maar ook wat u van uw werkgever verwacht de komende tijd. Ook kunt u uitleggen welke vorm van kanker u heeft en wat daar de consequenties van zijn. Veel werkgevers weten dat namelijk niet en hoe ze met mensen met kanker moeten om gaan weten ze vaak ook niet.

Collega's
Het kan zijn dat u tijdens het ziekteproces liever niet al te veel contact heeft met uw collega's, omdat u het iets van uzelf vindt.
Aan de andere kant - zo blijkt uit onderzoek - blijkt regelmatig contact het makkelijker te maken om weer met werk te beginnen. Belangrijk is wel dat u er de energie voor hebt; door behandelingen kunt u minder doen dan u gewend bent.
Wat soms voorkomt is dat bij collega's nog een stigma rust op kanker waardoor ze mogelijk het contact met u zullen vermijden.
Soms vinden collega's contact confronterend. Het is goed om onwetendheid en eventuele vooroordelen uit de weg te helpen: na u hebben anderen er baat bij.

De zorg
De behandelend arts informeert u over de medische diagnose en het behandelplan. Het type behandeling, mogelijke bijwerkingen van de behandeling en de geschatte duur van de behandeling en het herstel. Stimuleert om zo mogelijk ook tijdens de behandelingen in beweging te blijven. Stimuleert om het contact met werkgever en collega's tijdens de behandelingen te onderhouden. Verwijst naar de bedrijfsarts voor de begeleiding naar werkhervatting.
De bedrijfsarts bespreekt met u onder andere de oorzaken van uw klachten en uw ideeën over terugkeer naar het werk.
De huisarts krijgt van uw behandelend arts informatie over uw diagnose en het behandelplan.

Steun en hulp
Als de diagnose is gesteld komt de dood ineens heel dichtbij. U bent de controle over uw leven kwijt en dat kan u onzeker, angstig en depressief maken. Wat u precies meemaakt is moeilijk voor te stellen voor uw familie en vrienden. Zij willen u waarschijnlijk zoveel mogelijk steunen, maar weten vaak niet hoe.
Ervaringen uitwisselen en delen met mensen die in dezelfde situatie zitten, kunnen u helpen om met uw ziekte om te gaan. Zij weten wat u doormaakt. Zij kunnen u ook vertellen waar u allemaal mee te maken krijgt en zij hebben aan een half woord genoeg om uw situatie te begrijpen. Misschien zijn zij een stapje verder of weten zij oplossingen voor uw problemen, zodat u niet zelf het wiel hoeft uit te vinden.
Daarnaast kunnen gesprekken met psychosociale zorgverleners als maatschappelijk werkers, psychologen, psychiaters, geestelijk verzorgers u helpen omgaan met uw ziekte.

Informeer u zo goed mogelijk over uw eigen ziektebeeld. Lees brochures en schaf zelfhulpboeken aan. Neem contact met een patiëntenorganisatie. Bespreek uw zorgen met uw huisarts, behandelend arts en bedrijfsarts.